Ondervoeding
Wat is ondervoeding?
Er is sprake van ondervoeding bij een acuut of chronisch tekort aan energie (calorieën), eiwitten en andere voedingsstoffen. Ondervoeding gaat meestal samen met (ongewenst) gewichtsverlies. Soms is het gewicht wel in orde maar kan iemand niet genoeg eten waardoor hij/zij te weinig voedingsstoffen binnenkrijgt. De spiermassa neemt dan af. Dit heeft krachtverlies tot gevolg en een afname van de weerstand. Een ondervoed persoon is vatbaarder voor ziekten, heeft een grotere kans op complicaties en functioneert minder goed. Herstel gaat veel langzamer en de conditie neemt af. Ondervoeding heeft, kortom, een grote invloed op gezondheid en kwaliteit van leven.Ook iemand met overgewicht die in korte tijd veel gewicht verliest kan ondervoed zijn.
Wanneer is sprake van ondervoeding?
Volwassenen: als iemand in de laatste 6 maanden 10% van zijn gewicht is kwijtgeraakt of meer dan 5% in de laatste maand. Of bij een BMI van minder dan 18,5. Bij COPD mag de BMI niet onder de 21 komen!Ouderen: hier geldt hetzelfde als bij volwassenen. Alleen gaan we bij ouderen al van ondervoeding uit bij een BMI lager dan 20.
Kinderen: een afbuigende groei- en gewichtscurve is een indicatie van ondervoeding.
Gevolgen van ondervoeding
- Hogere sterftekans
- Langzamer herstel en meer complicaties
- Afname gewicht en spiermassa
- Lichamelijke en geestelijke achteruitgang
- Verminderde kwaliteit van leven
- Langere ziekenhuisopname
- Verminderde weerstand
- Vertraagde wondgenezing
3 typen ondervoeding
Wasting: door sociale, psychologische en/of medische problemen eet iemand te weinig. De spiermassa neemt zo'n 20-30% af. Wasting kan optreden bij bijvoorbeeld verwaarlozing, kauw- en slikproblemen, malabsorptie, alcoholisme en anorexia nervosa.Cachexie: ontstaat door ziekte en de invloed daarvan op de opname van voedsel. Er treedt tot wel 70% verlies aan spiermassa op. Cachexie treedt op in de terminale fase van ziekten als kanker, hartfalen en aids.
Sarcopenie: komt vooral voor bij ouderen door o.a. verminderde eetlust, minder beweging en chronische ziekten. Het gewicht bij sarcopenie kan gelijk blijven waardoor de ondervoeding soms pas laat ontdekt wordt.
Veroudering veroorzaakt verlies spiermassa (vanaf 30-jarige leeftijd) van 3-8% per 10 jaar.
Risicogroepen ondervoeding
Het risico op ondervoeding is verhoogd bij:- kwetsbare ouderen thuis, in een verzorgingshuis of woonzorgcentrum
- patiënten die meerdere ziekten hebben, chronisch ziek (COPD, CVA, decubitus, dementie, depressie, hartfalen, inflammatoire darmziekten, maligniteiten, reumatoïde artritis) zijn of veel medicatie gebruiken
- lichamelijke beperkingen
- niet passende gebitsprothese, kauw- of slikproblemen
- patiënten die recent zijn opgenomen in het ziekenhuis
- psychosociale problemen en verwaarlozing
- alcohol- of drugsmisbruik
Instrumenten die de dietist gebruikt om ondervoeding te meten
Om te bepalen of er sprake is van ondervoeding gebruiken we bij DieetPlaneet de volgende meetinstrumenten.- BMI: (body mass index; verhouding tussen lichaamslengte en -gewicht)
- De SNAQ (Short Nutritional Assessment Questionnaire): een lijst met drie vragen met daaraan gekoppeld een voedingsbehandelplan. Voor ouderen is er de SNAQ65+. Als bij ouderen de bovenarmomtrek minder dan 25 cm is, is dat ook indicatie voor ondervoeding.
- Knijpkrachtmeter: de spierkracht kan worden gemeten door middel van een handknijpmeter.
Factoren die de voedingsstatus bepalen bij ouderen
Fysisch | Psychisch | Sociaal | Medisch |
Afnemende smaak en geur | Depressie | Mogelijkheid om boodschappen te doen | Kauwproblemen |
Verminderde mobiliteit (spieren/ botten) | Angst | Mogelijkheid om eten te bereiden | Slikproblemen |
Vertraagde opname | Eenzaamheid | Financiële status/ armoede | Ziekte |
Ontregeling van het verzadigingsgevoel | Veranderingen in de levenssituatie | Minder dagelijkse dingen kunnen uitvoeren | Medicijnen |
Minder maagzuur | Verdriet | Alleen eten | Alcoholverslaving |
Minder vetvrije lichaamsmassa | Zwaarmoedigheid | Dementie |
Hoe kan de diëtist helpen bij ondervoeding (in de thuissituatie, bij kwetsbare ouderen, ondergewicht en ziektebeelden zoals COPD en kanker)
De diëtist is verantwoordelijk voor de diagnose ondervoeding en het opstellen van een voedingsbehandelplan. Eerst kijkt zij of de ondervoeding via de normale voeding kan worden behandeld. De diëtist maakt een berekening van de (verhoogde) behoefte en stelt een op maat gemaakt voedingsplan op. Ook bekijkt de diëtist de belemmeringen die er zijn bij het eten en drinken, zoals gebrek aan eetlust, kauw- en/of slikproblemen of een verminderde/veranderde smaak. Soms is het nodig om (tijdelijk) medische voeding voor te schrijven ter ondersteuning, zoals drinkvoeding of modules. In zeer ernstige gevallen zal de diëtist met de arts overleggen of sondevoeding overwogen moet worden. Als het nodig is gaat de diëtist op huisbezoek bij de client.
Dietisten gespecialiseerd in Ondervoeding

Diëtist\ leefstijlcoach Phoebe Gödderz

Busra Kir

Diëtist/ leefstijlcoach Irene Wassink
Irene ziet het als haar taak om samen op zoek te gaan naar wat je nodig hebt en het advies te geven wat in je leven kunt integreren, voor nu en op de langere termijn. En ook als het na langere periode minder gaat, ben je altijd weer welkom voor een steuntje in de rug.
Helemaal zoals wij bij DieetPlaneet bedoelen!

Diëtist Kyara Cheung

Diëtist Pam Huinen

Diëtist/ leefstijlcoach Sarah Chorho

Diëtist Emiel van Osch
