Ondervoeding
Ondervoeding | symptomen, behandeling en begeleiding door de diëtist
Ondervoeding is een ernstig gezondheidsprobleem dat ontstaat wanneer je lichaam langere tijd te weinig energie, eiwitten en andere voedingsstoffen binnenkrijgt. Dit kan leiden tot gewichtsverlies, verlies van spiermassa, een lagere weerstand en een duidelijk verminderde kwaliteit van leven. Hoe eerder ondervoeding wordt herkend en behandeld, hoe beter de vooruitzichten.
Wat is ondervoeding?
Bij ondervoeding is er een acuut of chronisch tekort aan energie en voedingsstoffen. Dit heeft merkbare gevolgen voor je lichaamssamenstelling, spierkracht, dagelijks functioneren en gezondheid. Vaak is er sprake van ongewenst gewichtsverlies, maar dat is niet altijd zo. Ook mensen met een normaal gewicht of overgewicht kunnen ondervoed zijn, bijvoorbeeld wanneer vooral spiermassa afneemt. Dat zorgt voor krachtverlies, slechtere conditie, meer kans op infecties en een langzamer herstel bij ziekte of na een operatie.
Verschil tussen ondervoeding en ondergewicht
De termen ondergewicht en ondervoeding worden vaak door elkaar gehaald, hieronder lees je de verschillen.Ondervoeding en ondergewicht worden vaak door elkaar gebruikt, maar zijn niet hetzelfde.
Ondergewicht betekent dat je voor je lengte te weinig weegt (BMI lager dan 18,5 bij volwassenen). Dit zegt alleen iets over gewicht en lengte.
Ondervoeding gaat over wat er ín je lichaam gebeurt: tekorten aan voedingsstoffen, verlies van spiermassa en de gevolgen daarvan voor je gezondheid. Je kunt dus ondervoed zijn zonder ondergewicht te hebben. Andersom vergroot ondergewicht wel het risico op ondervoeding. In beide gevallen is het belangrijk om snel in te grijpen.
Ondergewicht vergroot wel het risico op ondervoeding, en ondervoeding leidt vaak tot gewichtsverlies. Daarom is snelle actie bij beide situaties belangrijk.
Wanneer is sprake van ondervoeding?
| Leeftijdsgroep | Criteria voor ondervoeding |
|---|---|
| Volwassenen (18–70 jaar) |
|
| Ouderen (70+) |
|
| Kinderen |
|
| Aanvullende signalen (alle leeftijden) |
|
Oorzaken van ondervoeding
Ondervoeding ontstaat bijna altijd door een combinatie van factoren. De belangrijkste oorzaken vallen in vier groepen: lichamelijk, psychisch, sociaal en medicatie.
1. Lichamelijke oorzaken
Lichamelijke problemen kunnen ervoor zorgen dat iemand te weinig eet of dat het lichaam meer energie verbruikt dan normaal. Denk aan verminderde eetlust door ziekte of medicatie, kauw- en slikproblemen, misselijkheid, pijn of maag-darmklachten (ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, coeliakie) waardoor voedingsstoffen minder goed worden opgenomen. Ook bij chronische ziekten zoals COPD, hartfalen, kanker of ernstige infecties verbruikt het lichaam extra veel energie en eiwit, wat ondervoeding kan veroorzaken of verergeren.
2. Psychische oorzaken
Geestelijke gezondheid heeft grote invloed op eetgedrag. Depressie, angst, stress, rouw, eenzaamheid of eetstoornissen (anorexia nervosa, boulimia nervosa) kunnen ervoor zorgen dat er te weinig (of niet) wordt gegeten. Bij dementie kan vergeten worden om te eten of (vaak) genoeg eten klaar te maken.
3. Sociale oorzaken
Praktische omstandigheden spelen vaak mee. Zo kunnen financiële problemen, moeite met boodschappen doen of koken, beperkte mobiliteit, alleen wonen of een gebrek aan kennis over gezonde voeding bijdragen aan een te lage voedselinname. Ook sociale isolatie kan ervoor zorgen dat iemand minder eet.
4. Medicatie
Sommige medicijnen verminderen de eetlust, veroorzaken misselijkheid of verstoren de opname van voedingsstoffen. Dit geldt onder andere voor chemotherapie, bepaalde antibiotica, opioïden (sterke pijnstillers), antidepressiva en medicijnen bij dementie.
Risicogroepen voor ondervoeding
Extra risico lopen onder andere kwetsbare ouderen, mensen met chronische ziekten, kankerpatiënten (tijdens en na behandeling), mensen met dementie, ernstige maag-darmklachten, kauw- of slikproblemen, verslavingsproblematiek of na een ziekenhuisopname of operatie.
3 typen ondervoeding
Er worden drie vormen ondervoeding onderscheiden:
Wasting: iemand eet langdurig te weinig door bijvoorbeeld sociale, psychische of medische problemen. De spiermassa neemt sterk af.
Cachexie: dit ontstaat door ziekte en ontsteking in het lichaam, zoals bij gevorderde kanker, ernstig hartfalen, COPD of andere ernstige aandoeningen. Spiermassa gaat dan snel achteruit, soms zelfs als iemand nog redelijk eet.
Sarcopenie: komt vooral bij ouderen voor, door een combinatie van ouder worden, minder eten, te weinig eiwitten, weinig bewegen en chronische ziekten. Het gewicht kan dan hetzelfde blijven, terwijl spiermassa afneemt en vetmassa toeneemt.
Symptomen en gevolgen van ondervoeding
De gevolgen van ondervoeding ontwikkelen zich geleidelijk en worden ernstiger naarmate de ondervoeding langer duurt. In het begin merken mensen vaak algemene klachten zoals minder eetlust, vermoeidheid, gewichtsverlies, afname van spierkracht, prikkelbaarheid of concentratieproblemen. Naarmate ondervoeding langer duurt, nemen de gevolgen toe. Spierverlies zorgt voor moeite met lopen, opstaan en dagelijkse activiteiten. De weerstand daalt, wonden genezen langzamer en de kans op complicaties rond een operatie neemt toe. Ook kunnen huid, haar en nagels achteruitgaan en ontstaan er sneller botbreuken. Mentale en cognitieve klachten komen veel voor, zoals somberheid, onzekerheid, verwardheid of teruggetrokken gedrag, zeker bij ouderen. Bij langdurige en ernstige ondervoeding kunnen organen minder goed gaan werken, neemt het risico op ziekenhuisopnames toe en kan zelfs de overlevingskans afnemen.Hoe eerder ondervoeding wordt herkend en behandeld, hoe beter de prognose en hoe sneller het herstel.
Hoe wordt ondervoeding vastgesteld?
De diëtist of arts gebruikt verschillende middelen om ondervoeding vast te stellen. Er wordt gekeken naar gewichtsverloop, BMI, spiermassa en spierkracht, maar ook naar wat je eet en drinkt, je ziektegeschiedenis en je thuissituatie. Soms worden er extra metingen gedaan, zoals bovenarm- of kuitomtrek, handknijpkracht of een meting van de lichaamssamenstelling. Bloedonderzoek kan helpen om tekorten of onderliggende aandoeningen op te sporen.
Ondervoeding bij ouderen
Bij ouderen spelen vaak meerdere factoren tegelijk een rol: minder smaak en geur, een lagere eetlust, minder bewegen, chronische ziekten, medicijngebruik, kauw- of slikproblemen en veranderingen in de thuissituatie, zoals het overlijden van een partner of meer afhankelijkheid van anderen. Hierdoor is het risico op ondervoeding bij ouderen groter en is regelmatige controle van gewicht en eetlust extra belangrijk.
Tips bij ondervoeding
Bij (dreigende) ondervoeding helpt het om regelmatig te eten en bewust te kiezen voor voedingsmiddelen die voldoende energie en eiwit leveren. Kleine veranderingen kunnen al veel verschil maken.
Voeding
- Eet kleine porties, maar vaker (3 hoofdmaaltijden en 2–3 tussendoortjes).
- Kies voor energierijke producten zoals volle zuivel, kaas, noten, avocado, olie en boter.
- Zorg voor voldoende eiwitten, zoals vlees, vis, eieren, zuivel, peulvruchten en noten.
- Voeg extra energie toe aan maaltijden, bijvoorbeeld met room, kaas, olie of noten.
- Vloeibare voeding kan soms makkelijker zijn, zoals soep, smoothies, pap of yoghurt.
Eetlust en eetgemak
- Eet in een rustige en prettige omgeving.
- Probeer nieuwe of favoriete smaken bij een verminderde eetlust.
- Maak maaltijden aantrekkelijk met geur, kleur en variatie.
- Neem kleine hapjes en eet langzaam.
Bij kauw- of slikproblemen
- Kies voor zachte, gemalen of vloeibare voeding.
- Laat warm eten even afkoelen wanneer heet voedsel lastig is.
- Neem contact op met een logopedist bij blijvende slikproblemen.
Bewegen
- Licht bewegen, zoals wandelen of eenvoudige oefeningen, helpt bij het behoud van spiermassa en stimuleert de eetlust.
Hulp inschakelen
- Verandert je eetlust of gewicht? Negeer dit niet.
- Vraag tijdig hulp aan een diëtist of huisarts als je twijfelt over ondervoeding.
Hoe ondersteunt de diëtist bij ondervoeding?
Een diëtist die gespecialiseerd is in ondervoeding kijkt breder dan alleen “meer eten”. Tijdens het eerste consult brengt de diëtist je voeding, klachten, leefstijl en medische situatie in kaart. Daarna wordt je energie- en eiwitbehoefte berekend en een persoonlijk behandelplan opgesteld.
Waar mogelijk wordt gestart met gewone voeding: maaltijden verrijken, de dagindeling aanpassen, praktische tips geven en eventueel recepten of een voedingsschema meegeven. Als dat niet voldoende is, kan de diëtist medische voeding adviseren, zoals drinkvoeding of eiwit- en energieverrijkers. In ernstige situaties kan in overleg met de arts sondevoeding nodig zijn. De diëtist volgt je gewicht, spiermassa en algehele toestand en past het advies regelmatig aan. Vaak werkt de diëtist samen met andere zorgverleners, zoals huisarts, fysiotherapeut, logopedist, ergotherapeut, thuiszorg of mantelzorgers. Als je niet naar de praktijk kunt komen, is een huisbezoek of online consult mogelijk.
- Huisarts: Behandeling onderliggende ziekte, medicatie
- Fysiotherapeut: Beweegprogramma voor behoud en opbouw spiermassa
- Logopedist: Bij kauw- en slikproblemen
- Ergotherapeut: Aanpassingen en hulpmiddelen voor zelfstandig eten
- Maatschappelijk werk: Sociale en financiële ondersteuning
- Thuiszorg: Ondersteuning bij maaltijden
Voorkóm ondervoeding
Voorkomen is beter dan genezen. Deze maatregelen helpen ondervoeding te voorkomen: Het is daarom goed om alert te zijn op signalen die kunnen wijzen op ondervoeding, zoals verminderde eetlust, veranderingen in gewicht of minder energie. Vooral kwetsbare ouderen, mensen met chronische ziekten en iedereen die herstellende is van een operatie of ziekenhuisopname lopen extra risico. Regelmatige weging, aandacht voor eetlust en ondersteuning bij boodschappen, koken of het gezellig samen eten kunnen al veel problemen voorkomen. Bij chronische aandoeningen helpt het om vroegtijdig een diëtist te betrekken en voeding aan te passen aan de veranderende situatie, bijvoorbeeld bij start van nieuwe medicatie. Ook tijdens en na een ziekenhuisopname is goede voedingszorg belangrijk: een duidelijke screening bij opname, een actief voedingsbeleid tijdens het verblijf en passende nazorg na ontslag dragen bij aan sneller herstel. In het algemeen geldt:neem veranderingen in gewicht, eetlust of eetpatroon serieus! Bij twijfel of zorgen over voeding is het het beste om tijdig hulp te vragen. Ga in zo'n geval langs je huisarts. Een diëtist kan helpen om ondervoeding te voorkomen of in een vroeg stadium aan te pakken.
Huisbezoek: de diëtist komt aan huis
Lukt het door ziekte of mobiliteit niet om naar de diëtist te komen? Dan is een huisbezoek mogelijk. De diëtist kan dan ook: Leer meer over de diëtist aan huis.
Vergoeding diëtist bij ondervoeding
Diëtistenzorg bij ondergewicht wordt vergoed vanuit de basisverzekering:
- 3 uur diëtistenzorg per kalenderjaar
- Mogelijk extra uren vanuit aanvullende verzekeringen
- Geen verwijzing nodig
Ketenzorg: geen eigen risico Heb je COPD (chronische longziekte) in combinatie met ondervoeding? Dan kom je mogelijk in aanmerking voor ketenzorg via je huisarts. Hiervoor is een verwijzing van je huisarts nodig. Het grote voordeel: je betaalt dan geen eigen risico voor de consulten bij de diëtist. Vraag je huisarts of POH naar de mogelijkheden.
Ook als je medicijnen gebruikt bij CVRM (hart- en vaatziekten) of diabetes type 2 en je daarvoor niet onder behandeling bij een specialist in het ziekenhuis bent, kom je ook mogelijk in aanmerking voor ketenzorg. Bespreek dit met je huisarts of POH.
Lees meer over vergoeding diëtist
Maak een afspraak
Heb je ondervoeding of een risico daarop, ben je ongewenst afgevallen of maak je je zorgen over je voedingstoestand? Een diëtist gespecilaiseerd in ondervoeding kan je helpen met professionele begeleiding en een behandeling op maat.
Maak een afspraak voor een kennismakingsgesprek. Consulten zijn mogelijk op onze locaties in Amsterdam, Amstelveen, Utrecht, Den Haag, Purmerend of online. Onze diëtisten spreken Nederlands, Engels, Turks, Arabisch, Spaans en Portugees.
Dietisten gespecialiseerd in Ondervoeding
Diëtist/ leefstijlcoach Phoebe Gödderz
Diëtist Busra Kir
Diëtist/ leefstijlcoach Irene Wassink
Irene ziet het als haar taak om samen op zoek te gaan naar wat je nodig hebt en het advies te geven wat in je leven kunt integreren, voor nu en op de langere termijn. En ook als het na langere periode minder gaat, ben je altijd weer welkom voor een steuntje in de rug.
Helemaal zoals wij bij DieetPlaneet bedoelen!
Diëtist Kyara Cheung
Diëtist/ leefstijlcoach Pam Huinen
Diëtist/ leefstijlcoach Sarah Chorho
Diëtist/ leefstijlcoach Emiel van Osch
Diëtist/ leefstijlcoach Saskia Peters