Wat zijn jouw leefregels?

‘Weinig eten, weinig zout. Daarmee word je oud!’

Na het horen van een leefregel van een oma van een cliënt (die zelf ook op leeftijd is) ‘Weinig eten, weinig zout. Daarmee wordt je oud!’, besefte ik dat bijna iedereen wel van die leefregels heeft. Wat is het nut van deze regels en hoe kun je ze gebruiken in je dagelijkse leven?

Leefregels ter ondersteuning

Leefregels zijn bedoeld om je leven richting te geven. Het zijn een soort afspraken over hoe je leeft. Vaak krijg je deze regels als kind al mee van je ouders. Later pik je er nog een paar op van je vrienden, vriendinnen, schoolomgeving, werkomgeving. Daarnaast zijn er natuurlijk alle wijze leefregels vanuit de geldende richtlijnen. We weten allemaal wel grotendeels welke dat zijn, maar hoe pas je ze toe in je dagelijkse leven? Als jij je gezondheid wil verbeteren (of op peil houden) kies je vaak je eigen regels die passen bij jou en jouw leefstijl. Een leefregel moet je aanspreken, realistisch zijn en het liefst een positieve insteek of positief resultaat hebben om succesvol te zijn. ‘Ik mag geen’ of ‘Ik moet’ werken meestal niet zo goed vanwege de dwingende of negatieve lading. Houd ze dus liever neutraal of positief! Leefregels kunnen dan stimulerend en motiverend werken. Of juist als rem om in de pas te blijven. Je gewoontes veranderen gaat nu eenmaal niet zo makkelijk en een passende leefregel kan een goede steun in de rug zijn.

Welke leefregels heb jij al?

Ga eens na welke regels jij allemaal hebt, zijn deze nog wel van toepassing? Of zijn ze er omdat je ze ooit hebt meegekregen en eigenlijk niet meer zo handig? Wat zou je willen aanpassen in je leefstijl en welke regel kan daarbij werken? Op den duur moet hij zo vanzelfsprekend zijn dat je er niet meer over nadenkt.
 

Voorbeelden van leefregels

• Om zo min mogelijk af te haken met sporten; 'een gemiste les = een extra les (de volgende week of in dezelfde maand)
• Traktaties: 'iets extra's = die dag extra beweging'/ 'Ik eet het alleen als de traktatie minimaal een 8 heeft op de schaal van 1 tot 10 van wat ik lekker vind'
• Kleinere porties; 'langzamer eten en beter kauwen'/ 'meer genieten van minder'
• Minder alcohol; 'geen of één op de dagen door de week'/ 'minimaal 3 alcoholvrije dagen' (vaste dagen werken het beste)
• Uit eten gaan; 'of, óf in plaats van én, én'
• Algemeen; de 80/20 regel. In het geval van eetpatroon bijvoorbeeld 80% van de tijd netjes eten volgens een gezond basis eetpatroon en 20% van de tijd genieten van ‘ongezond’ 
• Beweging: 'beweging is goed, meer bewegen is beter' (uit nieuwe bewegingsnorm)
• Variatie: 'iedere dag minimaal 3 kleuren op je bord'

 
Mijn favoriet? Méér genieten van minder!