Alles over foliumzuur

Foliumzuur is één van de bekendere B-vitaminen. Waar zit het in, hoeveel heb je nodig en waarvoor heb je het nodig? In de onderstaande 10 punten lees je de antwoorden.

1. Foliumzuur wordt ook wel vitamine B11 of B9 genoemd. Het is een essentiële vitamine. Dit betekent dat het niet in het lichaam wordt aangemaakt en we het via onze voeding moeten binnenkrijgen.
2. Foliumzuur zit in (groene) groenten, fruit, volkorenproducten, aardappelen, zuivel, vlees en eieren.
3. Foliumzuur speelt een rol bij de werking van het immuunsysteem en het functioneren van het zenuwstelsel. Het zorgt voor de werking van enzymen bij de (eiwit)stofwisseling. Daarnaast is het nodig voor het vormen van rode en witte bloedcellen en DNA en RNA.   
4. Foliumzuur verlaagt ook het homocysteïnegehalte  in het bloed. Een hoog homocysteïnegehalte wordt in verband gebracht met een hoger risico op hart- en vaatziekten. Er wordt beweerd dat foliumzuur de kans op hart- en vaatziekten verlaagt door verlaging van het homocysteïnegehalte, maar dit is niet bewezen.
5. Aan vrouwen die zwanger willen worden of zwanger zijn, wordt suppletie van foliumzuur geadviseerd. Het is belangrijk om een supplement van 400 microgram te slikken vanaf vier weken voor de bevruchting tot en met acht weken daarna. 
   Het suppleren van foliumzuur rond de zwangerschap is nodig, omdat foliumzuur een grote rol heeft in de ontwikkeling van een ongeboren kind. Het is van belang bij de aanleg van de hersenen en het ruggenmerg (neurale buis). Wanneer het lichaam van de moeder niet voldoende foliumzuur bevat op het moment van bevruchting, is er (een kleine) kans op een kindje dat met een open ruggetje (neuraalbuisdefect) wordt geboren. Wanneer er voldoende foliumzuur in het lichaam is, verkleint dat de kans op neuraalbuisdefecten met minimaal 50%.
6. Het suppleren van foliumzuur rond de zwangerschap blijkt lijkt daarnaast ook een positief effect te hebben op het voorkomen van hartafwijkingen en andere aangeboren afwijkingen.  
7. Foliumzuur uit voeding is niet hetzelfde als foliumzuur uit een pil. Foliumzuur uit een pil wordt makkelijk door het lichaam opgenomen. Dit komt omdat foliumzuur in voeding in een vorm aanwezig is die eerst in de darm moet worden omgezet voordat het kan worden opgenomen. Daarnaast is de mate waarin het lichaam de foliumzuur opneemt (biobeschikbaarheid) niet altijd hetzelfde. Uit voedsel wordt minder foliumzuur opgenomen dan uit een supplement. Hoeveel er wordt opgenomen, verschilt per voedingsmiddel.
8. Een tekort aan foliumzuur kan verschillende redenen hebben. Ten eerste kan je te weinig voeding binnenkrijgen of het is niet gevarieerd genoeg. Daarnaast kan het zijn dat het foliumzuur niet goed in de darm wordt opgenomen. Een derde oorzaak is langdurig overmatig alcoholgebruik. Alcohol verstoort namelijk de opname van foliumzuur in de darm.
9. Gevolgen van een foliumzuurtekort zijn bloedarmoede, vermoeidheid en stoornissen van de darm.
   Een te hoge inname van foliumzuur uit voeding is, voor zover bekend, niet schadelijk. Een te hoge inname van foliumzuur uit supplementen of uit verrijkte voeding kan wel schadelijk zijn. Dit is synthetisch foliumzuur in de vorm van pteroylmonoglutaminezuur (PMG). Bij personen met een vitamine B12 tekort kan een te hoge inname van synthetisch foliumzuur afwijkingen aan het zenuwstelsel maskeren. Voor volwassenen wordt een bovengrens van 1000 microgram synthetisch foliumzuur aangehouden. 
10. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheden van foliumzuur zijn: 

Leeftijd	Foliumzuur (microgram)
0 t/m 5 maanden	50
6 t/m 11 maanden	60
1 t/m 3 jaar	85
4 t/m 8 jaar	150
9 t/m 13 jaar	225
14 jaar en ouder	300