Hypoglykemie en hyperglykemie

Hypoglykemie (hypo)

Als je bloedsuiker is te laag is (onder de 4 mmol/L) kan je een hypo krijgen. Symptomen van een hypo zijn: zweten, trillen, duizelig, plotseling wisselend humeur, hoofdpijn, moe of hongerig zijn. Een hypo kan je krijgen door een teveel aan insuline, te weinig hebben gegeten, zwangerschap of medicijngebruik. Een hypo kan je voorkomen door: 
  • Regelmatig te eten en geen maaltijden over te slaan
  • Op tijd te eten
  • Geen alcohol (of maximaal 1 glas per dag) te drinken. Alcohol verlaagt namelijk tijdelijk de bloedsuiker. VDoor iets koolhydraatrijk te eten bij je borrel, zoals stokbrood of toastjes met een gezonde dip, kan je een hypo voorkomen.
  • Ben je te laat en heb je toch een hypo? Dan kan je het beste snel iets eten waarin suiker zit, zoals 5 a 6 druivensuikers. Je kan ook iets anders nemen waar suiker in zit, zoals fruit, brood of koek. 

Hyperglykemie (hyper)

Bij een hyper is je bloedsuiker te hoog (hoger dan 10 mmol/L). Symptomen zijn: veel plassen veel dorst, vermoeidheid, plotselinge humeurigheid, snel boos worden, misselijkheid of een verveeld gevoel. Door meer te gaan plassen wil je lichaam het te veel aan suiker in het bloed kwijtraken. Drink bij voorkeur water (en geen drankjes met suiker). Ook bewegen helpt bij het verlagen van de bloedsuiker bij een bloedsuiker onder de 15 mmol/L. Op het moment dat je bloedsuiker hoger is geworden dan 15 mmol/l moet je dit niet doen! Want er is dan een kans dat je bloedsuiker nog hoger wordt. Als je in een hyper zit (en je gebruikt insuline) kan je extra bijspuiten. Probeer te achterhalen waardoor je een hype kreeg, zodat je dit in de toekomst kunt voorkomen. 
Cookies Contact en afspraak