Mensen eten niet alleen omdat het etenstijd is of omdat ze trek hebben. Vaak spelen hele andere prikkels een rol. En dit eetgedrag heeft veel invloed op het lichaamsgewicht. We onderscheiden 3 typen eters:
 
1. de lijngerichte eter
2. de externe eter
3. de emotionele eter.

De lijngerichte eter

Deze begint elke maandag opnieuw met een dieet en houdt kortstondig vol. Om vervolgens weer ‘los’ te gaan. Of er wordt steeds een periode een streng dieet gevolgd. Steeds met tijdelijk succes. Met als gevolg jojo-en.
De lijngerichte eter:
  • vindt het lastig om lange termijndoelen te stellen
  • wil snel, veel afvallen - brengt daardoor te extreme veranderingen in eet- en beweegpatroon
  • staat te veel op de weegschaal
  • reageert op elke verandering op de weegschaal door bijvoorbeeld minder te eten en (nog) meer te bewegen
  • koppelt gevoel aan eigenwaarde aan het gewicht
  • denkt dat het leven beter wordt als er een bepaald (vaak op de gram nauwkeurig) gewicht bereikt is
  • heeft periodes van heel weinig eten, die worden opgevolgd door periodes van veel eten. Soms zelfs eetbuien
  • denkt ‘zwart-wit’ – ‘alles of niets’
  • heeft een streng patroon voor zichzelf bedacht. Als dit niet perfect wordt opgevolgd, laat de lijngerichte eter alles los want: ‘nu maakt het toch niet meer uit'. 

De externe eter

Is vooral zo gevoelig voor externe prikkels, komt hierdoor snel in de verleiding en kan dit maar moeilijk weerstaan. Ook ‘nee’ zeggen is moeilijk. Als hij of zij eten ruikt, ziet of erover hoort, dan begint het. Een buffet betekent: alles willen proberen. En tijdens een feetje gaan de hapjes tijdens het praten bijna automatisch naar de mond. Een markt met vers gebakken friet of een bakkerij kan niet gepasseerd worden zonder iets te kopen. De externe eter eet vaak door tot alles op is. Overigens is het fysiek gezien allemaal heel begrijpelijk. Ons lichaam is gemaakt om te eten en voorraden aan te leggen. Als je eten ziet, ruikt, of je denkt eraan beginnen je speekselklieren en je maag te werken. Ze bereiden zich voor op wat komen gaat.


De emotionele eter

De emotionele eter eet meer en maakt minder goede keuzes als hij of zij boos, verdrietig of gespannen is. Ook vervelingen en moeheid zijn voorbeelden van (diffuse) emoties. Een emotionele eter gaat niet adequaat om met zijn emoties maar onderdrukt deze met eten. In principe heb je als je moe bent rust nodig en als je je verveelt helpt het om iets te gaan doen... En bij boosheid, spanning of verdriet is eten ook niet de oplossing. Wat het lastig maakt om de cirkel van emotie-eten te doorbreken is dat het eten van zoetigheid en vettigheid kortstondig wel echt werkt om je beter te voelen. Suiker en vet werken op je beloningssysteem, je maakt extra geluksstofjes aan en daardoor voel je je daadwerkelijk even beter als je wat lekkers neemt. Helaas is dit effect van zeer korte duur; zo lang als je eet ongeveer.


Hoe helpt de dietist de eettypes?

De lijngerichte eter
De dietist helpt het eetpatroon en het eetgedrag te normaliseren. Er wordt gewerkt aan lange termijn doelen en de (onrealistische) gedachten m.b.t. eten en gewicht worden getoetst aan de werkelijkheid. De lijnpogingen zonder of met tijdelijk succes worden als voorbeeld gesteld van hoe het dus níét moet. Er wordt geleerd om ‘fouten’ om te zetten naar iets positiefs: ‘hoe zou je het een volgende keer anders kunnen of willen doen?’ En er wordt geleerd om belemmerende gedachten zoals ‘nu maakt het niets meer uit en eet ik álles op’ te herkennen en er anders op te reageren. Er worden duidelijke afspraken gemaakt m.b.t. het wegen. 
De externe eter
Het belangrijkste is dat de externe eter de momenten van zijn externe eetgedrag herkent. De dietist maakt samen een realistisch plan vóór het etentje of het feestje plaatsvindt. Vooraf weten wat en hoeveel hij gaan eten helpt de externe eter enorm. De dietist gaat met de externe eter alle moeilijke situaties stap voor stap door en bedenkt hiervoor samen met de externe eter een strategie. De dietist gaat op zoek naar hulpbronnen die de externe eter helpen makkelijker “nee” te zeggen. Tegen lekkers, tegen anderen en ook tegen zichzelf.
De emotionele eter
De emotionele eter is gebaat bij inzicht en controle over het emotionele eetgedrag. Het eerste wat de dietist hem of haar leert is het verschil tussen ‘hoofdhonger’ en ‘buikhonger’. Dus is er oprecht behoefte aan eten of is er een andere behoefte (aan rust, troost of ontspanning)? Om inzicht te krijgen in het eigen eetgedrag is het bijhouden van een dagboek heel zinvol. Het herkennen van de échte behoefte is het de eerste stap naar verandering. De dietist geeft adviezen om de moeilijke momenten zoveel mogelijk te helpen voorkomen of er beter mee om te gaan. Ook leert de dietist de emotionele eter omgaan met momenten van overeten en het goede gedrag weer snel op te pakken. Bij hevig emotioneel eetgedrag/eetverslaving is verwijzing naar een psychoog zinvol.  
Cookies Contact en afspraak