Insulinetherapie

Insuline zorgt ervoor dat glucose (suiker) in je lichaamscellen wordt opgenomen, daar wordt het als energiebron gebruikt. Je lichaam zorgt ervoor dat er genoeg insuline is om de glucose te verwerken, zo blijft het bloedglucosegehalte binnen gezonde grenzen. Maar als je diabetes hebt, maakt je lichaam geen of onvoldoende insuline aan. Bij diabetes type 1 is insulinetherapie de enige therapie-optie. 
 

Insuline toedienen

Met behulp van een insuline-pen of insulinepomp, dien je de insuline toe. Dit kan op verschillende  manieren. Insuline kan door middel van injectie (in onderhuids weefsel van de buik) met een pen gegeven worden in een meermaal daags schema, tweemaal daags (mix), een op maat gemaakt schema of via pomptherapie. Er zijn diverse soorten insuline, die vooral verschillen in werkingsduur: van kort tot langwerkend, en mengsels daarvan. Langwerkende insulines hoef je minder vaak te spuiten dan de kort- of snelwerkende varianten.

Doel insulinetherapie

Een van de belangrijkste doelen van insulinetherapie is het verbeteren (verlagen en stabiliseren) van je glucosewaarden, en complicaties (aantasting van bloedvaten en - vaatjes) zoveel mogelijk te voorkomen of uit te stellen. 

Insulinetherapie en leefstijl

Voeding en beweging spelen een onmisbare rol in de behandeling van diabetes met insuline therapie. De 10 topadviezen:

1. Eet regelmatig en verdeel de koolhydraten goed over de dag.
2. Kies vezelrijk: volkoren graanproducten (volkorenbrood, zilvervliesrijst), peulvruchten, noten, groente en fruit. 
3. Beperk het gebruik van geraffineerde producten: witbrood en broodproducten van witmeel, gebak, koekjes, biscuits, vezelarme ontbijtgranen (zoals cornflakes en crispies), witte rijst en pasta.
4. Beperk het gebruik van suikerhoudende dranken en gezoete melkproducten.
5. Kies vooral onverzadigd vet: plantaardige olie, noten, avocado en (minimaal) 1 x per week een vet visje. 
6. Beperk het gebruik van alcohol (of beter nog: drink helemaal niet). LET OP: Controleer (indien mogelijk) je bloedglucose om het effect ervan  na te gaan. Alcoholgebruik na sporten vergroot de kans op een hypoglykemie (bloedglucose < 4 mmol/l). Bij gebruik van sterk gezoete alcoholische dranken zoals likeur of advocaat is het belangrijk rekening te houden met het koolhydraatgehalte. Alcoholvrij bier bevat meer koolhydraten dan gewoon bier. Alcohol geeft een daling van de bloedglucose. Dit is vaak pas enkele uren na consumptie van de alcoholische drank zichtbaar. Hoeveel de bloedglucose daalt is afhankelijk van de hoeveelheid alcohol, soort alcohol en of er bij gegeten is.
7. Beperk het gebruik van zout.
8. Varieer! Een maaltijdsalade met ei, een pasta met tomatensaus (vega) gehakt, een aardappelschotel met vis en wortel uit de oven, low carb nasi, een bonenschotel, stamppot ...
9. Zorg voor een gezond(er) lichaamsgewicht en middelomtrek. Ben je te zwaar? 5-10% gewichtsverlies is al een enorme verbetering voor je gezondheid.
10. Beweeg zoveel mogelijk (en minimaal een half uur per dag). Lichaamsbeweging verhoogt de gevoeligheid voor insuline en zorgt er voor dat de insuline beter werkt. Bij grote inspanning kan het nodig zijn om wat extra koolhydraten te gebruiken zoals een boterham of stukje fruit.

Hoe de dietist helpt bij insulinetherapie

Als je voeding goed op de insuline is afgestemd, versterkt de effect van insulinetherapie. Je diëtist analyseert je huidige eetpatroon en -gedrag + leefstijl (hoe zit het met je beweging, slaap, ontspanning, rook-/ drinkgedrag?) en maakt een haalbaar plan op maat, in samenspraak met jou. Je dietist kan je leren rekenen met koolhydraten en je vragen beantwoorden over voeding, leefstijl, diabetes en insulinetherapie.

Dietisten gespecialiseerd in insulinetherapie / insulinepomptherapie